Aannames? Ontmoet ANNA!

Aannames. Ieder mens maakt bewust en onbewust aannames. Elke dag weer, meerdere keren. Hoe vaak hoor jij je collega of je partner niet zeggen: ‘Oh, ik dacht dat…’ of ‘Ik wilde het voor je oplossen…’ Ontmoet daarom ANNA: Altijd Navragen Nooit Aannemen!


ANNA: Altijd Navragen, Nooit Aannemen

Aannames komen voort uit onze neiging om snel te oordelen en het automatisch brein. We denken vaak dat we gelijk moeten handelen als we iets horen. Dat de ander dit van ons verwacht. Of, wat de ander wel of niet van ons vindt. Alleen al door de verschillende soorten vragen of reacties die je terugkrijgt van een ander, plopt er voor je het weet een gedachte op als ‘Nou, die heeft het echt niet begrepen’ of ‘dat is echt respectloos’ of ‘die komt niet geloofwaardig over’.

Een aanname is snel gemaakt. Onder druk en de wil om het goede te doen, neemt je automatisch brein het vaak van je over. Als leidinggevende kan je het gevoel hebben dat je overal een antwoord op moet hebben en niet mag twijfelen. Dus, hup! Gelijk antwoord geven. Gelijk vanuit een aanname reageren. Soms kan het juist dan goed zijn even een stap terug te doen.

Effecten van aannames binnen teams

Binnen teams kan een aanname zorgen voor ruis op de lijn of zelfs de efficiency om zeep helpen. Het lijkt soms heel erg efficiënt om snel een antwoord te geven of mening. Want dan kan iedereen daarna weer door. Als dat oordeel of die mening is gebaseerd op een aanname, is de kans op gedoe en tijdverlies echter vele male groter. 

Kritiek op het werk kan bij iemand persoonlijk binnenkomen. Jouw collega kan denken dat je hem of haar niet mag, terwijl het jou als leidinggevende of directe collega om het werk zelf gaat. Dat kan weer leiden tot misverstanden en soms onoverbrugbare verschillen op de lange termijn.

In een open werkcultuur is navragen onmisbaar. Een aanname kan er zelfs voor zorgen dat iemand of een heel team onnodig veel extra werk aan het doen is. Dat de efficiency uit de organisatie gaat, omdat mensen uren kwijt zijn met zaken die niet relevant zijn.

Dus: zet je gekleurde bril af en laat je aannames achter je.

Tip 1 – Praat (meer) met elkaar

‘Ik heb het idee dat we elkaar niet begrijpen…’ of ‘Ik snap de druk achter dit project, maar kan je me nog een keer meenemen in je plannen?’ Soms kan iets een vraag al veel ruis weghalen. Door met elkaar te praten en dus niet te appen of te mailen, maar praten, snap je elkaars beweegredenen. Dat hoeft geen uren te duren. Soms is het in een paar minuten al duidelijk en kan je gelijk aan de slag. Je kunt zelfs een timer zetten om even in tien minuten alles door te spreken met elkaar.

Tip 2 – Ga af op feiten

‘We halen te weinig conversie uit de website of social media’. Dat is een feit, want het is meetbaar. Of dat komt door de lay-out van de site of posts op social media, dat is een aanname zolang het niet getest is. Pas als je hebt getest met diverse afbeeldingen of software op de site hebt gezet om te meten waar je bezoekers afhaken heb je weer feiten.

Tip 3 – Maak onderscheid tussen de inhoud en de persoon

‘Die collega heeft altijd kritiek, hij is een echte mopperkont. Altijd negatief.’

Aannames nemen de overhand als het om gevoel gaat, in plaats van over feiten. Gevoel heeft ermee te maken dat het persoonlijk iets met je doet. Een bepaalde reactie, of vraag die je van iemand krijgt.

Als je zelf een actiegerichte denkstijl hebt, kunnen een vragenreeks over hoe en waarom dan, een remmend effect op jou hebben. Het liefst maak je meters. Je hebt er immers al lang over nagedacht. Het voelt als een verdediging het te moeten uitleggen. En andersom: stel dat je er (volgens de ander) te snel doorheen fietst met je antwoorden, krijgt de ander weer het gevoel niet gehoord te worden, of het zelfs respectloos te vinden omdat het voor de ander als afkappend wordt ervaren.

Navragen en daarbij onderscheid maken tussen persoon of inhoud, kan al een hoop opheldering geven.

Tip 4 – Laat je verrassen!

Door je te laten leiden door aannames is de kans groot dat je open mindset verdwijnt.

‘Die nieuwe auto van Volvo heeft vast nog allemaal kinderziektes, dus ik koop hem nog niet.’

‘Dat bedrijf wil niet meer met ons samenwerken, denk ik. Dus laten we er niet te veel tijd aan besteden.’

‘Het wordt slecht weer, er zal toch niemand meer komen.’

De aanname is snel gemaakt. En kan je daarmee ook in de weg zitten. Omdat je je oordeel en mening al hebt bepaald. Je staat niet meer open voor iets anders. Laat je verrassen!