Er zijn veel vraagtechnieken om in te zetten. Hier vind je meer over gesloten vragen, open vragen, suggestieve vragen, tegenvragen of controlevragen.
Het stellen van vragen kan je een hoop opleveren:
Op een gesloten vraag krijg je vaak een ‘ja’ of ‘nee’ als antwoord. Het kan ook een vraag zijn waarbij er een keuze is tussen antwoord A en antwoord B. De als-dan vraag is er ook: ‘als wij…, kunt u dan…?’
Voordeel van een gesloten vraag is dat je het gesprek meer sturing kan geven en het je snel heldere informatie verschaft.
Het nadeel is weer dat je met veel gesloten vragen het gesprek weer te veel kan domineren of dat de ander het interpreteert als een kruisverhoor.
Open vragen leveren vaak de meeste informatie op. Degene die antwoord, heeft de ruimte meerdere kanten op te gaan. De bekendste zijn vragen die beginnen met Wat, Wie, Waar, Wanneer, Waarom en Hoe. Hiermee is er ruimte voor de ander om (veel) informatie, kennis, inzichten en uitleg te delen.
Een goede of sterke open vraag is zo kort mogelijk en neutraal. Zoals: ‘Wat vindt u van..? Of: ‘Wat is jouw idee bij…’
In een suggestieve vraag komen vaak de woorden ‘dus’ of ‘toch’ voor. Denk aan ‘Je verwacht dus niet dat…’ of ‘Je wilt toch zeker niet…’ maar ook ’Beweer je dan dat…’. Vaak is het een gesloten vraag, maar het kan ook een erg gestuurde open vraag zijn.
Tegenvragen kunnen zowel open als gesloten vragen zijn. Je vraagt door op wat iemand zegt. Dat kan simpelweg door te vragen ‘waarom denk je dat…’ of ‘hoe bedoel je dat?’. Of: 'Wat is de reden van je vraag?'
Controlevragen helpen je om te verifiëren of je begrijpt wat je gesprekspartner zegt. Ook controlevragen zijn te stellen als suggestieve vraag. Let wel, het biedt de ander gelegenheid het oneens met je te zijn. Voorbeelden zijn 'Ben je het ermee eens dat...' of 'Formuleer ik het op deze manier goed?'